2018
Inger van Duuren studeert aan Leiden University.
De keuze voor Ghana was snel gemaakt. Ik wilde al heel lang naar Afrika en iedereen die ik sprak over Ghana was verliefd geworden op het land. Ze zeiden: Ghana heeft niet één geweldige toeristische hotspot, maar wel de mooiste mensen van de wereld en genoeg mooie natuur en cultuur om te ontdekken. Daar bleek niks van gelogen. Mijn reis begon met een rondreis samen met mijn moeder en vriend. We hebben de kustregio bekeken, zijn naar Tamale op en neer gevlogen en hebben de cultuur leren kennen. Slavenforten, Kakum en Mole National Park, prachtige stranden met vissersboten en grote chaotische markten hebben indruk op ons gemaakt. Maar we vonden het ook heel leuk om te kijken naar vriendelijke verkoopsters langs de weg, schattige kindjes die high five gaven en mannen die in de schaduw vissersnetten zaten te boeten. De kinderen zijn onwijs enthousiast en vrolijk en de volwassenen heel behulpzaam en vriendelijk. Ik heb me ook altijd veilig gevoeld in Ghana. We hebben ook nog samen het ziekenhuis in Takoradi bezocht. Het bleek uiteindelijk zowel voor hen als voor mij heel erg fijn dat ze hadden gezien waar ik terecht zou komen.
Na de rondreis begon mijn stage als geneeskundestudent. Heel spannend natuurlijk, maar ik begon vol vertrouwen, want ik had me goed voorbereid en wist dat ik altijd terug kon vallen op Work the World. Vanaf het moment dat ik landde op Takoradi airport (dat had ik zelf geregeld in plaats van de bus) werd ik bij de hand genomen. Er stonden 2 mannen in de bekende Work the World shirts op me te wachten en ze brachten me naar huis. Ik kreeg een introductie in het huis en in de stad en ontmoette de andere studenten die al snel goede vriendinnen van me zouden worden. Je staat er echt niet alleen voor. Je zal in je voorbereiding niks vergeten, want via de MyTrip pagina op de site van Work the World krijg je heel veel informatie en check lijstjes. Daarnaast heb ik een boekje gelezen over de Ghanese cultuur en gewoonten en een boekje met columns van een Nederlandse chirurg die 13 jaar in Ghana heeft gewerkt. Dat vond ik heel erg leuk als voorpret, maar heeft me ook voorbereid op de grote culturele verschillen. Ik heb deze stage gedaan in mijn wachttijd voor coschappen. Ik vond het fijn dat ik al best veel kennis had zodat ik echt betrokken kon raken, maar als je goed aangeeft wat je wel en niet kan vind je altijd je plekje wel op de afdeling. Bovendien is het echt de perfecte mentale voorbereiding voor coschappen denk ik. Je gooit jezelf helemaal in het diepen waarna je die coschappen makkelijk aandurft.
Ik begon op de kinderafdeling waar ik ontvangen werd door mijn ietwat autoritaire, maar toch vriendelijke supervisor. We begonnen meteen met de ochtendronde en ik schuifelde er doodzenuwachtig een beetje achteraan. Toen ik wat vragen stelde legden de artsen alles aan me uit. Ik moest dus zelf het initiatief nemen, maar daarna waren ze bereid om me alles te leren en werd ik overal bij betrokken. Na de eerste dag had ik mijn plekje op de afdeling gevonden en voelde ik me er prima. Ik heb op de kinderafdeling vooral heel veel lichamelijk onderzoek geoefend en mijn supervisor had een grote stapel met interessante röntgenfoto’s van de thorax en abdomen die hij erbij pakte om mij en twee andere jonge artsen op de afdeling dingen te leren als er verder even niks te doen was! Op de kinderafdeling hadden veel kinderen malaria met complicaties. Op die manier heb ik veel over malaria geleerd. Een bijzonder gevalletje was een baby van 2 maanden oud met een verkoudheid. Dat was niet heel ernstig, totdat haar ouders haar vergiftigden met een bruinig drankje dat volgens hen een kruidengeneesmiddel was. De baby was extreem benauwd, had een lage saturatie en was uitgedroogd. We konden niet onderzoeken wat voor stof de boosdoener was, want daar is geen apparatuur voor in het laboratorium. We gaven zuurstof, vloeistof en gekolfde moedermelk via een sonde. Dat was alles wat we konden. Echter gingen er door slordigheid ook veel dingen mis bij dit kindje. Dat vond ik moeilijk om te zien. Na 3 dagen was ze nog steeds uitgedroogd omdat de verpleegkundige het infuus verkeerd had ingesteld en één keer moest ik opmerken dat er vergeten was de zuurstoffles opnieuw aan te zetten nadat ze even losgekoppeld was. Als ik dat niet opgemerkt had weet ik niet hoe lang ze zonder zuurstof had gezeten, maar sowieso te lang, want haar saturatie was nog steeds erg laag zonder zuurstoftoediening. Uiteindelijk knapte ze gelukkig wel op.
Na twee weken nam ik afscheid van de kindjes en was het tijd voor mijn stage op de Accidents & Emergencies. Daar moest ik weer opnieuw op zoek naar mijn plek, maar inmiddels wist ik wel hoe ik mezelf moest introduceren zodat ze me zouden betrekken. Mensen met ernstige aandoeningen werden veel te traag geholpen en het behandelbeleid was mijn inziens ook niet altijd adequaat. Ik hield mezelf voor dat ik hier was als toeschouwer en om te leren en dat ik me niet verantwoordelijk moest voelen. Ik kon dit toch niet in mijn eentje in een week veranderen. Ik vond het soms moeilijk, maar accepteerde de situatie. Ondanks (of misschien juist wel dankzij) dit heb ik een hele gave tijd gehad op de A&E. Veel patiënten spraken goed Engels en anders vroeg ik een verpleegkundige om voor me te vertalen.
Middags namen de andere studenten en ik weer een taxi naar huis, waar een lekkere lunch op ons stond te wachten en waar we enthousiast onze ervaringen uitwisselden. Doordat je samen zulke bijzondere dingen beleeft bouw je al snel een vriendschap op. Dankzij mijn nieuwe vriendinnen en ook het vriendelijke Work the World personeel wat altijd aanwezig was voelde ik me heel erg thuis. Binnen de hekken was je gewoon lekker thuis en niet meer midden in het Ghanese leven wat soms best vermoeiend en spannend was. We gingen na de lunch vaak naar de markt waar ik nooit uitgekeken raakte. We kochten stoffen waarvan de naaister bij ons in de straat geweldige Afrikaanse jurken en tasjes naaide. Ook gingen we naar het strand, waar een leuke hippe beach club een fijne plek was om even aan het echte Ghana te ontsnappen. Ook in de weekenden waren we vrij. Die tijd benutten we om tripjes te maken. We hebben een heel leuk surfersdorpje bezocht waar we surfles hebben gehad en met kindertjes van de lokale bevolking op het strand hebben gespeeld. Ook zijn we naar Nzulenzu gekanood, een geïsoleerd dorpje op palen gebouwd in een meer.
Mijn laatste avontuur was de village experience. Ik woonde in een lief gastgezin en liep mee in de dorpskliniek. In de kliniek was het heel rustig en heb ik geen ernstige gevallen gezien. Mensen kwamen gelukkig heel laagdrempelig naar de kliniek waardoor we de grote aantallen malaria patiënten in een vroeg stadium goed konden behandelen. Naast mensen met malaria kwamen er vooral gevallen met diarree en wonden. In de kliniek werd ik erg betrokken, dat was wel heel leuk. Elke middag gingen we op pad om culturele activiteiten te ondernemen en de rest van de tijd was ik met mijn gastgezin. Ik vond het heel erg leuk om nu écht deel te nemen aan die totaal andere cultuur in plaats van alleen maar toeschouwer te zijn. Ik droeg water op mijn hoofd, ging mee naar de kerk, keek toe hoe ze fufu maakten en hielp de kleintjes met hun rekenhuiswerk. Ik vond het leuk en bijzonder om een weekje deel uit te maken van een Ghanees gezin. Als toerist maak je dat niet mee.
Zoals je leest was mijn reis in alle opzichten bijzonder. Bijzondere mensen, bijzondere cultuur en bijzondere ervaringen. Ook ik ben verliefd geworden op Ghana en wil zeker nog eens terug!